Trammelant!
Waarschijnlijk was ik een jaar of vijf. Koningin Beatrix had net statig de troon overgenomen van haar moeder en als schril contrast liepen mijn broer en ik liepen met appeltjes op de tuinbroek door het dorp. De - waar ik nu met weemoed aan terugdenk - twee blondharige lange kapsels verklapten dat we het niet breed hadden thuis. Toch bloeide seringenbomen prachtig in de late lente zon en speelden wij onbezorgd, tot de schemering het toeliet, dagelijks in de ruime tuin achter onze loods. Deze loods, waar Thijs Kuppens inmiddels al jaren zijn leerwinkel heeft, doet zijn tegenwoordige naam veel eer aan. Want juist in deze omgeving hebben mijn broer en ik veel geleerd!
Om te beginnen leerden wij er wat arbeid inhield. Mijn vader die, in de meest ongunstige tijd ooit, besloot om een eigen zaak te beginnen, wist wel wat hard werken was. Het was begin jaren tachtig, de rente stond op ruim 11% en het ondernemersklimaat was alles behalve gunstig. Toch hield niets en niemand hem tegen én begon hij in die loods zijn eigen metaalconstructiebedrijf. Achteraf naïef en idealistisch, maar des te mooier, omdat hij zijn droom leefde. Maar naast die harde arbeid, lange dagen én het enorme doorzettingsvermogen is er één les geweest die me altijd is bijgebleven. Juist in die fase leerde ik relativeringsvermogen én hoe het was om met vrouwen en met een relatie om te gaan.
Ik vergeet het nooit meer, het was een mooie zomerse dag en mijn broer en ik waren voor de verandering weer eens ijsjes aan het ronselen bij het tankstation van Piet Poels. Maar op een gegeven moment hoorde we de harde stem van Mam. “Sjoerd, Siets noe nao hoes….aete is klaor!”
Aangezien mijn broer bij het horen van woord eten, nergens anders meer oog voor had, moest ik wel mee naar huis. Ik sprong achterop de bagagedrager en we fietsten over de Daalakker naar huis. Eenmaal achterom zagen we dat Mam de tuin tafel al gedekt had en vier borden had opgeschept met lange slierten spaghetti. Mijn moeder liep naar de loods om aan de poort te roepen: “Leon, kums se auch, aete is opgesjupt’. Mijn moeder liep terug en wij zaten al aan tafel. Aangezien mijn broer een echte Lintjesworm had, kon hij zich niet inhouden en begon te eten. Na zo’n 10 minuten zag ik dat mijn moeder geïrriteerd was en ze riep luid vanuit de tuin; “Leon, allei .. kom noe, aete wird koud’.
Maar ook toen kwam geen reactie. Weer een paar minuten later, zichtbaar geërgerd, spoorde mijn moeder mij aan om naar de loods te lopen om Pap te roepen. Waarschijnlijk zal ze gedacht hebben dat het kleine ventje met de blonde lokken meer indruk zou maken. Ik liep de loods binnen en vroeg pap of hij wilde komen eten. Hij mompelde, terwijl hij zijn laskap nog voor zijn gezicht had; “Ik kom eraan, nog heel even dit aan elkaar lassen’. Ik liep terug naar buiten en na zo’n drie kwartier, toen wij de yoghurt al lang en breed op hadden, kwam mijn vader uit de loods lopen. Mijn moeder was furieus en wenste hem smakelijk eten, terwijl ze de ijskoude spaghetti op zijn bord smeet. Mijn vader reageerde stoïcijns en begon op zijn gemak te eten.
Een uur later, toen we al lang in huis voor de zwart-wit tv zaten, liep mijn vader de kamer binnen. Hij omhelsde mijn, nog zichtbaar geïrriteerde, moeder en zei met een warme toon dat hij toch echt dat karweitje moest afmaken. Maar hij wilde er geen ruzie over maken. Terwijl hij zijn handen om haar middel legde, vroeg hij met een zachte stem. “Marlie, als jij je nu eens gaat opfrissen en je mooiste outfit aantrekt, dan heb ik een mooie verrassing.” Ik zag mijn moeder als een blad aan een boom veranderen. Haar wangen kregen kleur en er ontstond een vriendelijk glimlach in haar mondhoeken. Ze kuste mijn vader op zijn lippen en liep zo blij als een tiener naar de badkamer. Fluitend en enthousiast kwam mijn moeder na zo’n 45 minuten terug in de kamer. Terwijl ze zich helemaal had opgedirkt en de mooiste jurk had aangetrokken, bleef ze zich maar afvragen wat mijn vader voor leuks in petto had. “Zou hij me meenemen naar de bioscoop?” “Of zullen we lekker gaan uiteten?” “Of misschien wel gezellig naar het theater?”
Mijn vader keek naar mijn moeder toen ze de kamer binnenstapte.
Hij zei met een kalme stem: “Je ziet er perfect uit!”.
“Dankje lieverd”, antwoordde mijn moeder zichtbaar ontroerd.
“Maar wat gaan we doen, Leon? Gaan we uit eten?”
“Nee”, antwoordde mijn vader met een kalme stem. “Schat, we gaan niet uit eten, maar ik ben wel blij dat je je mooiste jurk aan hebt getrokken, want…….
ik breng je terug naar je moeder!
Om te beginnen leerden wij er wat arbeid inhield. Mijn vader die, in de meest ongunstige tijd ooit, besloot om een eigen zaak te beginnen, wist wel wat hard werken was. Het was begin jaren tachtig, de rente stond op ruim 11% en het ondernemersklimaat was alles behalve gunstig. Toch hield niets en niemand hem tegen én begon hij in die loods zijn eigen metaalconstructiebedrijf. Achteraf naïef en idealistisch, maar des te mooier, omdat hij zijn droom leefde. Maar naast die harde arbeid, lange dagen én het enorme doorzettingsvermogen is er één les geweest die me altijd is bijgebleven. Juist in die fase leerde ik relativeringsvermogen én hoe het was om met vrouwen en met een relatie om te gaan.
Ik vergeet het nooit meer, het was een mooie zomerse dag en mijn broer en ik waren voor de verandering weer eens ijsjes aan het ronselen bij het tankstation van Piet Poels. Maar op een gegeven moment hoorde we de harde stem van Mam. “Sjoerd, Siets noe nao hoes….aete is klaor!”
Aangezien mijn broer bij het horen van woord eten, nergens anders meer oog voor had, moest ik wel mee naar huis. Ik sprong achterop de bagagedrager en we fietsten over de Daalakker naar huis. Eenmaal achterom zagen we dat Mam de tuin tafel al gedekt had en vier borden had opgeschept met lange slierten spaghetti. Mijn moeder liep naar de loods om aan de poort te roepen: “Leon, kums se auch, aete is opgesjupt’. Mijn moeder liep terug en wij zaten al aan tafel. Aangezien mijn broer een echte Lintjesworm had, kon hij zich niet inhouden en begon te eten. Na zo’n 10 minuten zag ik dat mijn moeder geïrriteerd was en ze riep luid vanuit de tuin; “Leon, allei .. kom noe, aete wird koud’.
Maar ook toen kwam geen reactie. Weer een paar minuten later, zichtbaar geërgerd, spoorde mijn moeder mij aan om naar de loods te lopen om Pap te roepen. Waarschijnlijk zal ze gedacht hebben dat het kleine ventje met de blonde lokken meer indruk zou maken. Ik liep de loods binnen en vroeg pap of hij wilde komen eten. Hij mompelde, terwijl hij zijn laskap nog voor zijn gezicht had; “Ik kom eraan, nog heel even dit aan elkaar lassen’. Ik liep terug naar buiten en na zo’n drie kwartier, toen wij de yoghurt al lang en breed op hadden, kwam mijn vader uit de loods lopen. Mijn moeder was furieus en wenste hem smakelijk eten, terwijl ze de ijskoude spaghetti op zijn bord smeet. Mijn vader reageerde stoïcijns en begon op zijn gemak te eten.
Een uur later, toen we al lang in huis voor de zwart-wit tv zaten, liep mijn vader de kamer binnen. Hij omhelsde mijn, nog zichtbaar geïrriteerde, moeder en zei met een warme toon dat hij toch echt dat karweitje moest afmaken. Maar hij wilde er geen ruzie over maken. Terwijl hij zijn handen om haar middel legde, vroeg hij met een zachte stem. “Marlie, als jij je nu eens gaat opfrissen en je mooiste outfit aantrekt, dan heb ik een mooie verrassing.” Ik zag mijn moeder als een blad aan een boom veranderen. Haar wangen kregen kleur en er ontstond een vriendelijk glimlach in haar mondhoeken. Ze kuste mijn vader op zijn lippen en liep zo blij als een tiener naar de badkamer. Fluitend en enthousiast kwam mijn moeder na zo’n 45 minuten terug in de kamer. Terwijl ze zich helemaal had opgedirkt en de mooiste jurk had aangetrokken, bleef ze zich maar afvragen wat mijn vader voor leuks in petto had. “Zou hij me meenemen naar de bioscoop?” “Of zullen we lekker gaan uiteten?” “Of misschien wel gezellig naar het theater?”
Mijn vader keek naar mijn moeder toen ze de kamer binnenstapte.
Hij zei met een kalme stem: “Je ziet er perfect uit!”.
“Dankje lieverd”, antwoordde mijn moeder zichtbaar ontroerd.
“Maar wat gaan we doen, Leon? Gaan we uit eten?”
“Nee”, antwoordde mijn vader met een kalme stem. “Schat, we gaan niet uit eten, maar ik ben wel blij dat je je mooiste jurk aan hebt getrokken, want…….
ik breng je terug naar je moeder!