Blue Wednesday!
De zonnestralen schijnen door de, nu pas zichtbaar onreine, ruiten en ik werp een blik naar buiten. Sneeuw, eindelijk sneeuw! De combinatie sneeuw in de morgenzon, het huppelende konijntje en wegspringende eekhoorntje, maakt dit landschap tot een gelukzalig beeld. In Limburg is niemand bezig met het fenomeen Blue Monday. Dat kennen we hier niet! We zijn in deze periode juist druk met het feest van het jaar, Vastelaovend. De prinsen, boer, boerin en bacchus zijn reeds bekend. De bonte avonden, met enkel en alleen ‘eigen’ artiesten staan op het punt te starten en op deze wijze trekken we door tot ‘Aswoondig’.
Aswoonsdig, een dag die nog een gradatie erger is dan Blue Monday. Het feest is dan definitief voorbij. De pruiken, maskers en carnavalskleren gaan weer op zolder én de spiegel vertelt je dat je beter nog even het masker op had kunnen laten.
Ergens wel mooi dat genot altijd moet worden opgevolgd door een vorm van depressie! Het leven bestaat hierdoor uit pieken en dalen! Zonder dit gevoel geen leven. Dit maakt carnaval ook tot een feest, wat we eeuwig zullen moeten blijven eren. Het is een traditie, waar het grootste deel van Noord Nederland vaak sceptisch over is of neerbuigendheid naar kijkt. En als er dan een noorderling tijdens deze dagen toch naar het zuiden reist, dan is dat vaak om even op andere toiletje te plassen. Althans, dat is hun beeld! Nee, carnaval is een manier om al je zorgen voor eventjes in een doosje te stoppen. Even vier dagen het doosje ongeopend laten. Je hoort soms wel zeggen, vaak door mensen die in mijn ogen de essentie van het leven nauwelijks begrijpen; “Och, met carnaval zie je mensen die je normaal niet ziet” of “Met carnaval praten mensen met je en gedurende de rest van het jaar zeggen deze mensen je geen woord.”
NOU EN….! Dat is wat carnaval is, in mijn ogen. Verbroedering! Even alle rangen en standen vergeten, even plezier maken zonder richtlijnen en/of (ver)oordelende mensen. Je kunt geruisloos een pintje nemen om elf uur in de morgen zonder dat iemand daar een probleem van maakt. Of ’s avonds bij iemand ‘ein pan zoervleis’ gaat eten, zonder dat die mensen directe vrienden van je hoeven te zijn. Met carnaval zie je glimlachen die in het dagelijks leven veel minder vaak te bewonderen zijn.
Maar met carnaval kun je je juist ook in je eentje amuseren. Dit heb ik van mijn vader, Leon, geleerd. Hij heeft dit mij én mijn broer met de paplepel ingegoten. Het was een man die wíst hoe je carnaval kon vieren. De vastelaovend startte voor hem op vrijdag als hij met Océ collega’s Venlo introk. Nooit een kant-en-klare outfit. Nee, hij ‘foddelde’ zich wat aan, schminkte met perfectie zijn gelaat en zette een oude, langharige puik op. En vanaf dat moment zat hij in een rol. Een rol die hij de hele dag en avond vol hield! Hij betrok vreemden in zijn stuk en maakte vrienden. Terwijl ik dit schrijf, ontspringt een traan in mijn oog en ontstaat een droom in mijn hoofd. Wat zou ik het mooi vinden, nog één keer met hem samen een carnaval te mogen vieren! Helaas is ons niet alles gegund, wat we te dromen hebben. Geniet daarom van jullie eigen carnaval, geef eens een pilsje aan iemand die je niet kent of omhels eens iemand waarvan je vindt dat hij/zij het verdient!
Want ‘straks is het weer zowiet, straks is het weer aswoonsdig’….en dan moeten we weer verplicht het slot van het doosje halen.
Aswoonsdig, een dag die nog een gradatie erger is dan Blue Monday. Het feest is dan definitief voorbij. De pruiken, maskers en carnavalskleren gaan weer op zolder én de spiegel vertelt je dat je beter nog even het masker op had kunnen laten.
Ergens wel mooi dat genot altijd moet worden opgevolgd door een vorm van depressie! Het leven bestaat hierdoor uit pieken en dalen! Zonder dit gevoel geen leven. Dit maakt carnaval ook tot een feest, wat we eeuwig zullen moeten blijven eren. Het is een traditie, waar het grootste deel van Noord Nederland vaak sceptisch over is of neerbuigendheid naar kijkt. En als er dan een noorderling tijdens deze dagen toch naar het zuiden reist, dan is dat vaak om even op andere toiletje te plassen. Althans, dat is hun beeld! Nee, carnaval is een manier om al je zorgen voor eventjes in een doosje te stoppen. Even vier dagen het doosje ongeopend laten. Je hoort soms wel zeggen, vaak door mensen die in mijn ogen de essentie van het leven nauwelijks begrijpen; “Och, met carnaval zie je mensen die je normaal niet ziet” of “Met carnaval praten mensen met je en gedurende de rest van het jaar zeggen deze mensen je geen woord.”
NOU EN….! Dat is wat carnaval is, in mijn ogen. Verbroedering! Even alle rangen en standen vergeten, even plezier maken zonder richtlijnen en/of (ver)oordelende mensen. Je kunt geruisloos een pintje nemen om elf uur in de morgen zonder dat iemand daar een probleem van maakt. Of ’s avonds bij iemand ‘ein pan zoervleis’ gaat eten, zonder dat die mensen directe vrienden van je hoeven te zijn. Met carnaval zie je glimlachen die in het dagelijks leven veel minder vaak te bewonderen zijn.
Maar met carnaval kun je je juist ook in je eentje amuseren. Dit heb ik van mijn vader, Leon, geleerd. Hij heeft dit mij én mijn broer met de paplepel ingegoten. Het was een man die wíst hoe je carnaval kon vieren. De vastelaovend startte voor hem op vrijdag als hij met Océ collega’s Venlo introk. Nooit een kant-en-klare outfit. Nee, hij ‘foddelde’ zich wat aan, schminkte met perfectie zijn gelaat en zette een oude, langharige puik op. En vanaf dat moment zat hij in een rol. Een rol die hij de hele dag en avond vol hield! Hij betrok vreemden in zijn stuk en maakte vrienden. Terwijl ik dit schrijf, ontspringt een traan in mijn oog en ontstaat een droom in mijn hoofd. Wat zou ik het mooi vinden, nog één keer met hem samen een carnaval te mogen vieren! Helaas is ons niet alles gegund, wat we te dromen hebben. Geniet daarom van jullie eigen carnaval, geef eens een pilsje aan iemand die je niet kent of omhels eens iemand waarvan je vindt dat hij/zij het verdient!
Want ‘straks is het weer zowiet, straks is het weer aswoonsdig’….en dan moeten we weer verplicht het slot van het doosje halen.